
Haar rol was bescheiden in elke film, meestal beperkt tot de luttele seconden die James Bond nodig had om zijn jas op te hangen in de antichambre van M, maar toch vormde ze een onmisbaar onderdeel van de blauwdruk van de Bondfilms. Het kokette geflirt met de geheim agent versterkte Bonds imago als macho waar alle vrouwen stiekem naar smachtten. Moneypenny mag dan in bijna alle 21 Bondfilms voorkomen (alleen in het laatste, revisionistische Casino Royal ontbreekt ze), een voornaam werd haar nooit toebedeeld.
Lois Maxwell kreeg de rol toebedeeld als gunst. “Mijn echtgenoot was ziek en ik zat met twee kleine kinderen en geen geld. Dus belde ik producers op waar ik eerder mee gewerkt had en zei ‘help me’.” Terrence Young, de regisseur van de eerste Bondfilm, Dr. No, bood haar de nu beroemde rol aan. “Ik wil haar wel spelen,” antwoordde Maxwell, “zolang ik maar geen knotje en een uilebril op hoef.” Veertien films lang speelde Maxwell haar alter ego, langer dan welke acteur ook het volhield als James Bond. Sean Connery, Roger Moore en George Lazenby versleet ze als Bonds.
